De conditiemeting NEN 2767 (2013 versie) is een bepalingsmethode van zichtbare gebreken of symptomen van gebreken waarmee de technische conditie van bouw,-en installatiedelen vastgesteld kan worden. Oorspronkelijk is de methode bedoeld om een MJOB op te stellen echter kent meerdere toepassingsgebieden.

Een casestudy over de rol en invloed van de conditiemeting NEN 2767 (2013 versie) op onderhoudscontract(en) binnen de B&U heeft geleid tot het inzicht dat de conditiemeting NEN76 zich niet beperkt tot alleen het MJOB. Naast deze traditionele toepassing wordt de conditiemeting veelal toegepast bij aanbestedingen van onderhoudscontracten. Reden voor deze toepassing is dat de conditiemeting een uitspraak doet over het aantal elementen en hun conditie die tot het onderhoudscontract behoren en daarmee mede de aanneemsom bepalen. Daarmee zijn nog niet de financiële risico’s van toekomstige gebreken geïdentificeerd die de aanneemsom kunnen beïnvloeden.

Een oplossing voor deze problematiek kan zijn om het symptoom van het (toekomstige) gebrek vast te stellen tijdens de inspectie. Symptomen van gebreken blijken inzicht te geven in toekomstig falen of toekomstige gebreken. Met name bij de (financiële) risico beheersing van de opdrachtnemer spelen symptomen van gebreken een rol wanneer reparaties en vervangingen onderdeel zijn van de aanneemsom. Het aantonen van een symptoom van een gebrek tijdens de verificatie periode kan er toe leiden dat reparaties en vervangingen verrekenbaar zijn door de opdrachtnemer.

Het functioneren, of de mate waarin, van een element of bouw,-en installatiedelen is bij het vaststellen van het gebrek een belangrijk onderdeel. De meningen verschillen op het punt of het functioneren, of de mate waarin, onderdeel is van de conditiemeting of het inspecteren. De casestudy heeft geleid tot het inzicht dat het toetsten van de functioneren (functionaliteitstoets) en de mate waarin onderdeel is van het het inspecteren.

Zie ook platform Maincontract Developement. Klik hier om uw mening omtrent het artikel te geven of discussie te bekijken

Aanleiding van de case was onder andere de stelling dat het functioneren, of de mate van het functioneren, geen onderdeel was van het inspecteren of de conditiemeting. De stelling werd als argument gehanteerd om een defect element verrekenbaar te maken en daardoor niet tot de aanneemsom behoorde. Het vaststellen of een element functioneert en de mate waarin behoort niet tot een activiteit van het inspecteren. Hierdoor kan dan ook geen symptoom van het gebrek vastgesteld tijdens de contractvormingsfase en de contractimplementatie fase.

Gebleken is echter dat het functioneren en de mate waarin bouw,en installatiedelen (de functionaliteitstoets) onderdeel is van het inspecteren en als zodanig is vastgelegd in de norm. De functionaliteitstoets is op een zestal plaatsen verspreid over de delen 1 & 2 vastgelegd, nl:

  1. In deel 1 in de definitie van de gebrekenparameter  “Ernst” die de mate van het gebrek koppelt aan het functioneren van het bouw, of installatiedeel.
  2. In deel 1 onderdeel van de conditiescore 3 en 4 is expliciet omschreven dat  functievervulling van bouw, en installatiedelen niet of incidenteel in gevaar mag zijn. Daarnaast maakt functioneren of functievervulling onderdeel uit van de conditiescore omschrijving en definiëring.
  3. In deel 1 het “gebreken raamwerk” geclassificeerd als een ernstig gebrek wanneer de primaire werking direct afbreuk doe aan de functionaliteit van het bouw- of installatiedeel.
  4. In deel 1 het “gebreken raamwerk” geclassificeerd als een serieus gebrek wanneer de secundaire werking wanneer degradatie de functionaliteit aantast van het bouw- of installatiedeel.
  5. In deel 1 het “gebreken raamwerk” waarbij geringe gebreken geen afbreuk doet aan de functionaliteit van het bouw- of installatiedeel.
  6. In deel 2 de gebrekenlijst waarin de functionele levensduur is gedefinieerd als de periode waarin de prestatiecapaciteit groter of gelijk is aan de gestelde eisen.
  7. In deel 2 waarin het functioneren als gebrek, of de mate waarin, tekstueel is vastgelegd.

 

Met deze omschrijvingen en definiëring van het onderwerp functie en functioneren is het onjuist om te stellen dat het vaststellen van het functioneren, of van de mate waarin, geen onderdeel is van de inspectie. Feitelijk kan men ook niet anders bij het vaststellen van het gebrek omdat functie, de mate van functioneren en functievervulling mede de classificatie van het gebrek definieert.

Een typerende term is “prestatiecapaciteit” als onderdeel van de functionele levensduur in punt 6. Deze term stelt dat de prestatiecapaciteit groter of gelijk moet zijn aan de gestelde eisen. De vraag is dan wat de gestelde eisen zouden moeten zijn. De norm geeft daar helaas geen antwoord op. Een mogelijk referentiekader waaraan de prestatie-eisen afgemeten zouden kunnen worden is het bouwbesluit omdat bijvoorbeeld de prestatie-eisen van en bouw,-en installatiedelen daarin zijn vastgelegd. De mate van functioneren kan getoetst worden aan hetgeen het bouwbesluit als minimale eis stelt. Immers er wordt pas een vergunning verstrekt om de asset te gebruiken of  “rechtens verkregen” als er aan de prestatie-eisen wordt voldaan.

Nu werpt zich de vraag op of de opdrachtnemer hiermee “verplicht” is om alle elementen nauwgezet te inspecteren op het functioneren of het uitvoeren van een functionaliteitstoets. Of dit, gezien de kosten en de tijd die daarmee gemoeid, verstandig is, bepaalt de opdrachtnemer op grond van expertise en ondernemerschap. Echter, ook de kwaliteit van de conditiemeting bepaalt welke elementen worden onderzocht op het functioneren of het uitvoeren van een functionaliteitstoets tijdens de verificatie periode. De verificatieperiode is bedoeld om de opdrachtnemer in de gelegenheid te stellen elementen te onderzoeken en zijn risico’s te bepalen. Na de verificatieperiode zijn de gecontracteerde verplichtingen en dus ook de risico’s immers definitief en niet meer onderhandelbaar.

 

Aanbeveling

Een aanbeveling is om binnen de norm meer aandacht te schenken aan functioneren en functionaliteitstoets als toepassing van de conditiemeting door bijvoorbeeld de definities aan te scherpen of het onderwerp functionaliteit nadrukkelijker te definiëren. Dit kan een positieve bijdrage leveren in de samenwerking tussen opdrachtgever en opdrachtnemer, de aanneemsom of de werkzaamheid van het onderhoudscontract ten goede komen.

Klik hier voor het bron artikel

 

Pulse Publicatie Facebook Publicatie 

 

Tags: , , , , , , , , , , , ,