Het onderzoek beoogt inzicht te verwerven in het vaststellen om een objectieve methode te vinden die de keten, waarin onderhoudscontracten zich bevinden, kan toetsen ongeacht hun typering en fase waarin ze verkeren. Hiervoor is definiëren van het type onderhoudscontract onontbeerlijk. Onderstaand artikel geeft inzicht in definiëring van prestatiecontracten beschouwd vanuit een juridisch perspectief.
Bron : Mr. V.J.A. Süto˝, advocaat W& I Advocaten Den Haag en gastfellow E.M. Meijers Instituut, Faculteit der Rechtsgeleerdheid Leiden
Zie ook platform Maincontract Developement. Klik hier om uw mening omtrent het artikel te geven of discussie te bekijken
Wat is een Prestatiecontract
De term ‘prestatiecontract’ wordt gebruikt voor zeer uiteenlopende afspraken tussen twee (of meer) partijen. Aan de tienjarige onderhoudsovereenkomst tussen een schildersbedrijf en een particulier ten behoeve van het schilderwerk aan diens huis wordt met evenveel gemak het predicaat prestatiecontract meegegeven als aan afspraken die de Minister van OC&W met de publieke omroep maakt, of de raad van bestuur met de directeuren van de BV’s die in de holding hangen. Nu het begrip voor het vastleggen van heel verschillende prestaties in heel verschillende relaties gebruikt wordt, is het geven van een positieve, alomvattende definitie lastig. Of heel eenvoudig:
‘Het voorwerp der verbintenis is datgene, waartoe de schuldenaar verplicht en de schuldeiser gerechtigd is. Men noemt het gewoonlijk de prestatie. Deze kan bestaan in een geven, een doen of een niet doen.’
Op dit prestatieconcept doorredenerend zou men elke verbintenisscheppende
overeenkomst een prestatiecontract kunnen noemen. Dat het begrip dan weinig onderscheidend vermogen meer heeft, hoeft geen betoog.
Als begin van begripsbepaling kan de omschrijving door Van Ommeren van ‘prestatieafspraken’ dienen. Deze omschrijving is door Van Ommeren gegeven in het kader van afspraken tussen gemeenten en woningcorporaties over volkshuisvestingsbeleid:
‘Prestatieafspraken zijn te omschrijven als schriftelijke ondertekende afspraken tussen gemeente en woningbouwcorporatie en eventuele andere partijen over de verwezenlijking van het voorgenomen volkshuisvestingsbeleid.’
Deze definitie biedt evenwel onvoldoende houvast om toereikend te zijn in meer algemene context, ook als men voor ‘afspraken ‘contract’ zou lezen, en de genoemde partijen en het beleidsterrein
door willekeurig welk(e) ander(e) zou vervangen. Schriftelijke vastlegging van afspraken is voor een overeenkomst niet echt een onderscheidend kenmerk te noemen, ondertekening daarvan evenmin. Het tweede deel van de definitie is interessanter: het gaat bij prestatieafspraken om verwezenlijking van voorgenomen beleid. Dit is mijns inziens inderdaad een van de essentialia van een prestatiecontract.
De behoefte een prestatieovereenkomst te sluiten wordt ingegeven door de wens bepaald beleid te realiseren. Een voorbeeld in de publieke sector is het door de Tweede Kamer geuite verlangen te komen tot een beter presterende IBG, welke beleidswens vertaald werd in een in 2002 gesloten prestatieconvenant tussen de IBG en de Minister van OC&W. Met betrekking tot de binnenlandse veiligheid kwamen de Ministers van BZK en van Justitie in 2002 tot de nationale doelstelling dat er in de loop van drie jaar een aanzienlijke vermindering van crimineel en ordeverstorend gedrag gerealiseerd zou moeten worden. Om de feitelijke stand van zaken dichter bij de wenselijke stand van zaken te brengen, sloot de overheid met elk regionaal politiekorps een prestatieovereenkomst. In het bedrijfsleven kan gedacht worden aan beleidsvoornemens ten aanzien van de winstvergroting of bedrijfscontinuïteit die in een prestatiecontract kunnen worden vervat tussen bijvoorbeeld de raad van bestuur en de directeuren van de ondernemingen in de holding.
Bij de onderhoudsovereenkomst met de huisschilder is er geen
sprake van beleidsverwezenlijking en daarmee geen sprake van
een prestatiecontract. Bouwovereenkomsten zijn evenmin prestatiecontracten. Het gaat daarbij om het tot stand brengen van een
stoffelijk resultaat, niet om het realiseren van beleid. Het gebruik van de term ‘prestatiecontract’ in het bouwbedrijf maar ook wel in andere branches, zoals de ICT, is ingegeven door de wens het resultaat te benadrukken, in plaats van de inspanning. Het gaat dan om een resultaatsverbintenis.14 Het kan, indien de presterende partij zo ver zou willen gaan in haar toezeggingen, ook gaan om een andere rechtsfiguur: een garantie(overeenkomst). Het garanderen van overeengekomen resultaten of prestaties maakt een overeenkomst niet tot een prestatieovereenkomst.
Gekwantificeerde prestaties
In een prestatiecontract worden de (vaak omvangrijke) beleidswensen nader geconcretiseerd en opgeknipt in een aantal (sub)doelstellingen, waaraan prestatieafspraken verbonden worden. Voor de onderneming die uit is op winstvergroting, maar ook voor de IBG en andere organisaties kan het gaan om subdoelstellingen als het vergroten van klantvriendelijkheid en van naamsbekendheid, het terugdringen van ziekteverzuim of het verkorten van reactietermijnen. Karakteristiek voor de in een prestatiecontract geconcretiseerde subdoelstellingen is dat zij vervat worden in gekwantificeerde prestaties, bijvoorbeeld:
‘90% van de (…) schulden wordt op jaarbasis zonder tussenkomst van een deurwaarder geïnd.’
Of:
‘Jaarlijks worden ten minste 5600 verdachten terzake geweld aangebracht bij het OM. Van deze 5600 hebben ten minste 500 personen in dat jaar vermeld gestaan op de lijst 100 veelplegers geweld.’
Zonder meetbare prestaties is er geen prestatieovereenkomst; zij vormen de kern ervan. Voor de opsteller van een prestatiecontract is een aandachtspunt dat opgenomen prestaties meestal alleen zinvol zijn, wanneer daarin geen streefwaarden zijn opgenomen die overeenkomen met wat al stand van zaken is. Indien de IBG vóór het sluiten van het contract reeds op een inning van 90% zonder deurwaardelijke tussenkomst zit, kan beter gekozen worden voor óf een andere prestatie, óf het hoger leggen van de prestatielat. Bij het formuleren van de prestaties moet het gaan om prestaties die bijdragen aan het overbruggen of in elk geval verkleinen van de kloof tussen de bestaande situatie en de wenselijke.
Van praktisch belang is verder dat contractpartijen bij het bepalen van de subdoelstellingen die door middel van de gekwantificeerde prestaties gerealiseerd moeten worden, de status quo daaromtrent correct vaststellen. Meestal wordt daartoe voor aanvang van een prestatiecontract een zogenoemde nulmeting verricht: hoe hoog was het ziekteverzuim gemiddeld over de afgelopen twaalf maanden, wat is thans het aantal aangebrachte verdachten, enzovoort. Contractpartijen kunnen op die manier de verlangde prestaties relateren aan de gemeten beginwaarden en de haalbaarheid daarvan inschatten.
Verwante Artikelen