Pagina Inhoud
Het onderzoek richt zich op de rol van het Technisch Beheer & Onderhoud binnen het Assetmanagement waarbij de NEN-ISO 55000 een belangrijke rol speelt. Reden hiervoor is dat de NEN-ISO 55000 het Technisch Beheer & Onderhoud beschouwd als één van de vier pijlers waarop het Assetmanagement is gebaseerd. De wijze waarop een organisatie de doelstellingen, prestaties en verwachtingen van poortfolio definieert ligt vast in het Strategisch AssetManagementPlan (SAMP) en Assetmanagementplan(nen) (AMP). Beide zijn van belang om, in het geval dat Technisch beheer & onderhoud wordt uitbesteed, het onderhoudscontract vorm, inhoud en structuur te geven. Het SAMP en AMP vormen het kader en uitgangspunt waarop het onderhouds -contract wordt opgesteld. Het onderzoek tracht inzicht in te geven in de wijze waarop het SAMP en AMP worden opgesteld. Dit vindt plaats door vanaf de erfscheiding de drie soorten elementstructuren (GWW, B&U en Industrieel Proces) toe te voegen aan het paradigma die de norm hanteert en de koppeling van het beleid aan het het kleinste Asset onderdeel middels “The Line Of Sight”. Dit artikel is een verdieping en uitbreiding van het Strategisch AssetmanagementPlan eerder geplaatst medio oktober 2016. Toegevoegd zijn de niveaus 1 en 2 van het SAMP/AMP.
- Concept Versie : 17 Juni 2014
- Bijgewerkt 3 december 2015
- Bijgewerkt 8 februari 2017
- Bijgewerkt 23 september 2017
Gebaseerd op SAMP publicatie Oktober 2016 (Klik Hier)
organisatie te bereiken en wordt afgeleid van het SAMP. Het Strategisch AssetManagementPlan (SAMP) en AssetManagementplan(nen) (AMP)vormen het uitgangspunt en kader waarop onderhoudscontracten worden opgesteld en worden daardoor veelal gebruikt om doel, uitgangspunt en kader in het onderhoudscontract te omschrijven. Anderzijds zijn het SAMP en AMP voor opdrachtnemers buitengewone belangrijke informatie om de opdrachtgever te begrijpen, de opdracht te doorgronden en inzicht te verkrijgen de doelstellingen van de opdrachtgevende organisatie om zo in het verlengde van het SAMP en AMP de activiteiten uit te voeren. Het onderzoek tracht inzicht te geven in de omschrijving van een SAMP en AMP passend binnen het theoretisch kader (NEN-ISO 55000) van het onderzoek. Aan de hand van een Delphi analyse zijn de negenendertig variabelen verkend en met de Analytisch Hiërarchisch Proces (AHP) methode zijn de alternatieven geordend. Uitkomst is een omschrijving op drie aggregatie niveaus van het SAMP en AMP. Niveau 1 is een abstracte omschrijving van het SAMP, het tweede niveau is een fundamentele omschrijving waarin de negenendertig variabelen zijn verwerkt en het derde niveau is de volledige gedetailleerde omschrijving waar iedere variabele is uitgewerkt. Kort wordt de aanpak omschreven en geanonimiseerd de niveau 1 en 2 van het SAMP en AMP.
Author: ing. Jan Stoker MSc. MEng. Follow
Het onderzoek verkent het SAMP/AMP, wat is een SAMP/AMP, wat omvat het en in welke mate vormt het een kader om bijvoorbeeld onderhoudsconcepten als Maincontracting of integrale prestatiecontracten op te kunnen stellen, te implementeren en uiteindelijk te kunnen realiseren. De verkenning heeft zich niet beperkt tot alleen de variabelen waaruit een SAMP/AMP bestaat maar zijn alle 39 (negenendertig) Evaluerende Variabelen die het Assetmanagement omvatten gebruikt om het SAMP/AMP te op te stellen. Dit heeft geleid tot een SAMP/AMP op drie abstractie niveau’s voor de drie organisatieniveau’s (Strategisch, Tactisch en Operationeel)
De gekozen onderzoeksaanpak om te komen tot een SAMP/AMP is de Delphi onderzoeksmethode. Reden voor deze onderzoeksvorm wordt mede veroorzaakt dat er (nog) geen standaard procedure is om een SAMP/AMP op te stellen en hoe deze er uit zou moeten zien binnen de kaders van het onderzoek. De uitkomst heeft geleid tot inzichten wat het kader is van het onderhoudsconcept Maincontracting maar ook hoe het beleid gekoppeld kan worden aan het het kleinste onderdeel van de Asset waarmee uiteindelijk het kader wordt gewaarborgd zoals weergegeven in fig. 2.
Aanleiding om een SAMP/AMP op te stellen is een inzicht vanuit het onderzoek die uitwijst dat niet altijd duidelijk is welke organisatiedoelstellingen of prestaties de opdrachtgever verwacht of gedefinieerd in de onderhoudsovereenkomst. De organisatiedoelstellingen en prestaties worden niet altijd als zodanig gecommuniceerd met de opdrachtnemer of gedefinieerd in de overeenkomst. Om die reden zijn de negenendertig variabelen beschouwd, gedefinieerd en gekwantificeerd om deze informatie tte gebruiken in de Contract Vormingsfase en Contract Realisatiefase.
Figuur 2 : Beleid koppen aan onderhoudsactiviteit middels The Line of Sight.
1. Het resultaat: Een SAMP op drie niveau’s
Het resultaat is een SAMP op drie abstractieniveaus. Op het hoogste niveau is de SAMP abstract en beknopt omschreven en is bedoeld voor de gehele organisatie als communicatiemiddel en generiek uitgangspunt. Het duid bijvoorbeeld de interne,-en externe context en de technische kwaliteit die gewaarborgd moet zijn naast welke primair proces zich afspeelt binnen de Asset afspeelt, typerende eigenschappen van de Asset en onderhoudsdoelstellingen.
Op het tweede niveau is het SAMP fundamenteel omschreven aan de hand van de 39 (negenendertig) variabelen. De variabelen zijn op het tweede abstractieniveau gedefinieerd en gekwantificeerd. Het is een verbreding en verdieping van het abstracte document echter geeft aan de hand van de 39 (negenendertig) variabelen weer waar het de organisatie om draait maar ook wat het kader is tussen het Assetmanagementsysteem en het Assetportfolio.
Op het derde niveau zijn de 39 (negenendertig) variabelen volledig gedefinieerd en zijn de ongelijke doelen gekwantificeerd. Deze laatste is omvangrijk omdat per variabele verschillende vragen met ieder hun eigen ongelijksoortige doelen inzicht geven in de uitkomst.
Beperkte samenvatting SAMP
Het technisch beheer en onderhoud wordt aanbesteed met het concept Maincontracting. Dit betekent dat de opdrachtnemer verantwoordelijk en bevoegd is in zijn activiteiten om invulling in het waarborgen van de technisch conditie en de continuïteit van het primaire proces wat in het object plaatsvindt. De kaders en het uitgangspunten hiervan zijn vastgelegd in het Strategisch Assetmanagement Plan (SAMP). Aan de hand van een Delphi onderzoek is het SAMP opgesteld. Aan de Delphi werkten mee financieel en beleidsmatig verantwoordelijken, operationeel verantwoordelijken en contract managers. Feitelijk drie groepen die de eigenaar, uitvoerenden en (interne) klanten vertegenwoordigen
De uitkomst van het onderzoek is samengevat in een negental onderwerpen. Deze onderwerpen geven op een hoog abstractieniveau het kader en uitgangspunt voor de Maincontractor weer. Zo zijn bijvoorbeeld het technisch conditieniveau voor de levensduur van de Asset vastgelegd, worden organisatie doelstellingen van de opdrachtgever omschreven, de structuur van auditeren en het onderhoud vastgelegd. Wat het SAMP typeert is dat een aantal activiteiten tijdens de verificatie bepalend zijn voor de contract realisatie fase.
Tijdens de verificatie stelt opdrachtnemer vast aan de hand van symptomen van gebreken vast of dat de aanneemsom en het MJOB valide zijn. Daarnaast stelt de opdrachtnemer vast op grond van genormeerde methoden vast wat de kritische en niet-kritische bouw,-en installatie delen zijn. Aan de hand van de risico-inventarisatie worden de preventieve en correctieve onderhoudsactiviteiten vastgesteld en ten uitvoer gebracht. Een kenmerk van deze aanpak is dat de opdrachtnemer inzicht krijgt in de financiële risico’s en daarop kan anticiperen door bouw,-en installatie buiten de aanneemsom te stellen. Gevolg hiervan is dat op transparante wijze KPI’s en SLA’s bijgesteld kunnen worden.
Figuur 3 : Het SAMP geeft inzicht in welke levenscyclus de Asset zich bevindt binnen de levensduur van een Asset. (Klik om te vergroten)
2. De Onderzoeksaanpak : Delphi & AHP
De SAMP/AMP is tot stand gekomen aan de hand van de Delphi methode. Het doel van het Delphi-onderzoek is de mening en inzicht van betrokkenen en/of deskundigen over het Assetmanagement op een systematische manier te verzamelen en te verwerken. Het is in feite een interactief communicatieprotocol tussen de onderzoeker en de deelnemers. Op basis van het Delphi Onderzoek ontstaat een gezamenlijke mening zonder dat interactie het proces en de uitkomsten kan beïnvloeden. Het is een gestructureerde vorm van een groepsinterview bij kwalitatief onderzoek. Door verschillende functionarissen met ieder zijn/haar eigen verantwoordelijkheid en bevoegdheid vragen en onderwerpen voor te leggen wordt inzicht verkregen wat nu de uitgangspunten zijn en hoe het kader wordt gevormd.
In de eerste fase wordt individueel of groepsgewijs aan de deelnemers, meestal experts, een vraag voorgelegd met het verzoek daar op te reageren. De onderzoeker vat de reacties samen en trekt daar conclusies uit. Dit verslag legt hij terug aan de deelnemers voor feedback, soms in een groepsdiscussie, soms individueel. In het verslag kan de onderzoeker eventueel nog een aantal verdiepingsvragen meesturen. Dit proces wordt herhaald totdat een bepaalde consensus is bereikt of een helder antwoord is gevonden op de onderzoeksvraag.
- Formuleren stellingen en onderwerpen
- Stellingen en onderwerpen voorleggen aan deelnemers
- Opening van het groepsoverleg met probleemstelling
- Deelnemers formuleren eerste antwoord
- Onderzoeker verzamelt antwoorden en vat samen
- Samenvatting wordt rondgestuurd
- Deelnemers reageren, vullen aan en heroverwegen eerste antwoord.
3. De gevolgde procedure
In onderstaand proces model zijn de gevolgde processtappen weergegeven en bestaat uit 7 processtappen, nl :
- Onderzoeksvragen
- Voorleggen
- Analyse
- Groepsgesprek
- Verwerken
- Review
- Definitief
Van ieder processtap zijn een aantal voorbeelden van de onderwerpen benoemd en hun onderwerpen.
- Druk op “vorige” of “volgende” om naar de volgende processtap te gaan of druk rechtstreeks op de betreffende stap.
- In ieder processtap treft u tabbladen waarin de onderwerpen zijn gegroepeerd.
- Per tabblad zijn de onderwerpen benoemd met hun vragen en subvragen. Druk op tabbladen om per tabblad te bekijken
- Rood gekleurde woorden zijn voorzien van een definitie; druk op de rode woorden.
- Onderstaand procespannel is niet responsive en is het meest optimaal te bekijken met laptop of desktop.
Processtap 1 “Onderzoeksvragen”
In een eerste overleg wordt met een functionaris die verantwoordelijk is voor de Asset de onderzoeksvragen samengesteld. Primair doel is dat de onderzoeksvragen inzicht moeten geven in de uitgangspunten voor het op te stellen Maincontract.
Onderstaand zijn in vier aparte tabs de geformuleerde onderzoeksvragen weergegeven.
- Wat moet de technische conditie zijn van de Asset gedurende levensduur
- Moet er leiding zijn door de opdrachtgever op locatie
- Wie beheert de gedocumenteerde informatie
- Moeten de organisatiedoelstellingen in het contract verwerkt zijn
- Moeten de Assetmanagementdoelstellingen in het onderhoudscontract verwerkt zijn
- Het assetmanagementplan is de verantwoordelijkheid van de opdrachtgever
- Het Assetmanagementsysteem is onderdeel van het onderhoudscontract
- Behoort het vervaningsbudget tot de aanneemsom
- Behoren facilitaire en/of technische activiteiten behoren tot de aanneemsom
- Wat is de definitie van een onderhoudscontract
- Vervangingen om de functionaliteit en de prestaties te waarborgen behoren tot de aanneemsom
- De opdrachtnemer is verantwoordelijk voor de onderhoudsstrategie
- De opdrachtnemer is verantwoordelijk voor de onderhoudsmanagement
- De opdrachtnemer is verantwoordelijk voor de onderhoudsdoelstellingen
- De opdrachtnemer is verantwoordelijk voor de onderhoudsplannen
- De opdrachtnemer is verantwoordelijk voor de auditering conform de NEN-19011
- In welke mate wordt de competentie gewogen van de opdrachtgever
- in welke mate wordt de competentie gewogen van de opdrachtnemer
Figuur 4: Groeimodel Assetmanagement & Maintenance (klik om te vergroten)
Processchema (1)
Processtap 2 “Voorleggen”
De geformuleerde onderzoeksvragen worden voorgelegd aan de groep functionarissen. Doel is om de vast te stellen óf de onderzoeksvragen valide zijn en een antwoord zijn op het samen te stellen SAMP, wat er wordt aanbesteed en wat worden de gunningscriteria.
Om dat te bepalen en per onderzoeksvraag een AHP analyse waarmee de alternatieven kunnen worden gewogen moeten per onderzoeksvraag de doelen, alternatieven en criteria worden bepaald. In onderstaande overzicht zijn de per onderzoeksvraag de doelen, alternatieven en criteria omschreven.
Onderstaand zijn in vier aparte tabs per hoofdonderwerp de onderwerpen en vragen weergegeven met hun doelen en subdoelen. Druk op het “+” teken om het onderwerp te openen.
In dit voorbeeld zijn twee van de negenentwintig onderwerpen benoemd. Niet alle vragen en alternatieven zijn in dit voorbeeld weergegeven. In dit voorbeeld zijn twee van de vijf onderwerpen benoemd. Niet alle vragen en alternatieven zijn in dit voorbeeld weergegeven.
Processchema (2)
Processtap 3 “Analyse”
De inhoudelijke reactie worden door de onderzoeker geanalyseerd. De resultaten worden omschreven en samengevat.
Dit resulteert in een kader waarbinnen de onderzoeksvragen over het concept Maincontracting afspelen en een gemeenschappelijk antwoord op de onderzoeksvragen.
Processchema (3)
Processtap 4 “Groepsgesprek”
In het groepsgesprek worden de resultaten van stap 4 vorogelegd. Aan de hand de schriftelijke analyse en mogelijk een presentatie worden de resultaten voorgelegd. De groep reageert op de hetgeen gepresenteerd en geeft zijn visie op grond van argumenten weer.
Processchema (4)
Processtap 5 “Verwerken”
De onderzoeksvragen worden op twee manieren beantwoordt. De reacties en resultaten van het groepsgesprek worden omschreven. Tevens worden de onderwerpen ‘gewogen”op grond van een AHP analyse. Hierdoor ontstaat naast het beeld waarom men iets vindt van een bepaald onderwerp een ordening in de mate van belangrijkheid.
Deze laatste kan cruciaal zijn als het gaat om besluitvorming en prioriteren. Het betreft onderwerpen die beleidsmatig worden genomen en effect hebben binnen het kader wat wordt gedefinieerd binnen het Assetmanagement.
Processchema (5)
Processtap 6 “Review”
De resultaten die zijn geformuleerd in processtap 5 worden aan de groep voorgelegd met de vraag of de groep zich kan herkennen hetgeen is vastgesteld. Met name zal de aandacht gaan naar de prioritering van de onderwerpen waarop de besluitvorming is gebaseerd.
Processchema (6)
Processtap 7 “Definitief”
Aan de hand van de reacties die zijn gegeven of akkoord door de respondentengroep kunnen wordt hetgeen bevonden vastgesteld. Op grond van de bevingen kunnen conclusies getrokken worden.
Processchema (7)
4. Resultaten & inzichten
Resultaat van de toegepaste methode is een omschrijving van het SAMP op drie nivea’s. Ieder niveau heeft zijn eigen omschrijving en definieert specifieke doelen, verwachtingen en prestaties.
- Niveau 1 omschrijft abstract het kader en uitgangspunt van het portfolio en is gebaseerd op niveau 2.
- Niveau 2 is gedetailleerder waarbij alle negenendertig tekstueel zijn verwerkt. Door de negenedertig variabelen te verwerken in de tekst in het kader van de context van de onderzoeksresultaten ontstaat omschrijving die een zekere mate van consistentie heeft omdat de definities van de negenendertig variabelen zijn gebruik als uitgangspunt van de Delphi analyse. Niveau 2 ia gebaseerd op niveau 3.
- Niveau 3 definieert en kwantificeert per variabele de doelen en selecteert de alternatieven. De doelen zijn aan de hand van de Delphi analyse bepaald en aan de hand van AHP geordend. Niveau 3 vormt de basis en fundament voor de niveau’s 1 en 2.
Feitelijk zijn niveau 1 en 2 aggregatie van de keuzes en uitkomsten van niveau 3 echter specifiek geschreven voor diegene die het onderhoudscontract moeten definiëren.
4.1 De twee aggregatie niveau’s van het SAMP
Niveau één is een abstracte omschrijving van de uitkomsten van derde niveau en bedoeld om zonder inhoudelijk kennis van de variabelen het kader en uitgangspunt te omschrijven. Verdieping en omschrijving binnen de context van het theoretisch kader vindt plaats op niveau 2. De negenendertig variabelen vormen letterlijk de basis voor de tekst. Op grond van hun definitie zoals vastgelegd in de NEN-ISO 55000 worden op basis van de uitkomsten van niveau 3 het kadet en uitgangspunt gedefinieerd. Niveau 2 is een fundamentele omschrijving omdat de beoogde doelstellingen, verwachtingen en prestaties worden omschreven aan de hand van de variabelen die specifiek als definitie in de NEN-ISO 55000 zijn gedefinieerd.
4.2 Het SAMP Niveau 1 & 2
In navolgende paragrafen zijn op niveau 1 & 2 de SAMP en AMP omschrijvingen weergegeven. De Asset is geanonimiseerd echter zijn typerende eigenschappen gehandhaafd. Zo is de Asset :
- Heeft de Aset een monumentale aanwijzing
- Er vinden kritieke processen plaatst in de Asset die maatschappelijke invloed hebben
- De Asset is recent gerenoveerd echter zijn karakteristieke kenmerken van het interieur en exterieur behouden gebleven
4.2.1 SAMP Niveau 1
De SAMP niveau 1 is opgesteld om inzicht te verschaffen in de organisatiedoelstellingen teneinde het kader en uitgangspunt voor onder andere het op te stellen onderhoudscontract.
4.2.1.1 ‘De Asset’
Het Strategisch Management Plan is gedocumenteerde informatie die een drietal fundamentele uitgangspunten van het Assetmanagement omschrijve. Dit zijn :
- Hoe organisatiedoelstellingen moeten worden omgezet in assetmanagementdoelstellingen,
- Wat de benadering is voor het ontwikkelen van assetmanagementplannen
- En de rol van het assetmanagementsysteem bij het helpen bereiken van de assetmanagementdoelstellingen
Deze drie onderwerpen vormen het kader en uitgangspunt van het technisch beheer en onderhoud. Door deze onderwerpen te formuleren, definiëren en kwantificeren kant het beoogde onderhoudsconcept worden opgesteld. Dit betekend niet dat in detail er op elementniveau de esthetica, functionaliteit en de prestaties is gedefinieerd maar een kader die deze drie begrippen duiden binnen hun context van het Assetmanagement en het technisch beheer en onderhoud.
4.2.1.2 Organisatiedoelstellingen
De assetowner beheert een diversiteit aan Assets. Het technisch beheren en onderhouden van deze Assets vindt in een aantal gevallen plaats aan de hand van het concept Maincontracting. Onder het concept Maincontracting wordt verstaan dat één opdrachtnemer verantwoordelijk is voor het technisch beheer en onderhoud door middel van integrale prestatiecontracten. De geleverde prestatie van de opdrachtnemer is het waarborgen van de ontwerp,-en prestatie eisen van bouw,-en installatiedelen.
Het kader en uitgangspunt van het technisch beheer en onderhoud ligt vast in het Strategisch Assetmanagement Plan (SAMP) dat wordt opgesteld door de opdrachtgever en wordt gewaarborgd door de opdrachtnemer.
4.2.1.3 Lokale organisatie
Er is een lokale organisatie van de opdrachtgever die het management van de technische en facilitaire processen begeleiden. Hierbij is het facilitaire proces leidend en stelt het technisch proces ten dienste van het facilitaire proces op. Demarcatie van de elementen ligt vast in de Regeling Taakverdeling Beheer (Klik Hier)
Download en lees de RTB
4.2.1.4 Typerende eigenschappen Asset
De Asset heeft een aantal typerende eigenschappen die van invloed zijn op het technisch beheer en onderhoud. Twee kenmerkende eigenschappen zijn de Asset zelf en het proces wat binnen de Asset plaatsvindt. De Asset heeft een monumentale aanwijzing waardoor er specifieke wet en regelgeving van toepassing is op het aangezicht van de Asset en inpandige elementen van deze Asset. Tevens speelt de Asset een dominante rol in het aangezicht van de stad. De monumentale aanwijzing brengt met zich mee dat mutaties van elementen weloverwogen plaats “mogen” vinden. Doelstelling van de opdrachtgever is om de Asset gedurende de levensduur het conditieniveau 3 te handhaven zoals vastgelegd in de NEN 2767 zoals is weergegeven in Figuur 6. Dit betekent niet dat ieder element of bouw,-en installatiedeel in gestelde conditie gehandhaafd moet blijven. Hier mag van worden afgeweken zolang het past binnen de kaders die de monumentale aanwijzing stelt en het primaire proces niet verstoord.
Figuur 6 : Levensduur en degradatie
4.2.1.5 Primair proces
Binnen de Asset vindt de bestuurlijke functie plaats die invloed heeft op economische activiteiten en maatschappelijke situatie . De bestuurlijke functie en de uitvoering daarvan wordt gezien als het primaire proces wat er plaatsvindt binnen de Asset. Het kan risicovol zijn als het primaire proces technisch wordt verstoord, stagneert of niet kan plaatsvinden. Verstoring, stagnatie of het niet plaats kunnen vinden van het primaire proces wordt als niet wenselijk geacht en dient voorkomen te worden. Symptomen van gebreken (zoals gedefinieerd in de NEN 2767) die dit zouden kunnen veroorzaken moeten wordt geïdentificeerd zodat maatregelen getroffen kunnen worden voordat er gebreken optreden. Risico identificatie vindt plaats op grond van de NPR-ISO 73 en de normen die daarmee worden aangestuurd.
4.2.1.6 De onderhoudsstrategie, onderhoudsdoelstellingen en onderhoudsplan
Het technisch beheer en onderhoud waarborgt dat het primaire proces kan plaatsvinden en de typerende eigenschappen van de Asset gehandhaafd blijven. Op grond van het uitgangspunt dat verstoring, stagnatie of het niet uit plaats kunnen vinden van het primaire proces wordt als niet wenselijk geacht en dient voorkomen te worden. Symptomen van gebreken (zoals gedefinieerd in de NEN 2767) die dit zouden kunnen veroorzaken moeten wordt geïdentificeerd zodat maatregelen getroffen kunnen worden voordat er gebreken optreden. Risico identificatie vindt plaats op grond van de NEN-ISO 73 en de normen die daarmee worden aangestuurd. Door het classificeren van elementen in kritische en niet-kritisch kan er conform de NEN-EN 13306 de onderhoudsstrategie, onderhoudsdoelstelling, onderhoudsplan het en onderhoudsmanagement worden opgesteld.
4.2.1.7 Waarborging SAMP
Het SAMP wordt gewaarborgd doordat opdrachtgever en opdrachtnemer de processen auditeren aan de hand van de NEN-ISO 19011. Het auditeren van de alle negenendertig processen, die de kaders en uitgangspunt van het SAMP vormen, vindt periodiek plaats en is de verantwoordelijkheid van de opdrachtgever. Noodzakelijke investeringen worden door de opdrachtnemer jaarlijks opgevoerd in de vorm van een MJOB zoals geformuleerd in de NEN 2767.
4.2.1.8 Gedocumenteerde Informatie
Alle informatie omtrent de te onderhouden element en bouw,-en installatiedelen is up to date binnen eens scope van drie werkdagen en bijgewerkt in systemen van de opdrachtgever. De mutaties vinden plaats conform een vastgelegd proces in de systemen van de opdrachtgever.
4.2.1.9 Aanneemsom
Naast alle verwante onderwerpen is er aandacht voor de twee hoofdcomponenten van de aanneemsom. Dit zijn de geplande integrale vervangingen zoals deze vastliggen in het MJOB en de reparaties bij falen. Uitgangspunt is dat alle vervangingen tot de aanneemsom behoren. Hierdoor is de aanneemsom integraal onderdeel van de systematiek van de punten 5, 6 en 7. Specifiek zijn symptomen van gebreken onderdeel van genoemde punten. Reden van deze aanpak zijn de keten efficiëntie, maximale verantwoordelijkheid en bevoegdheid van de opdrachtnemer en waarborging van het SAMP.
4.2.2 SAMP Niveau 2
Het object, verder genoemd de Asset 24, is een Assettype29 met een aantal kenmerkende eigenschappen. Een fysieke eigenschap van de Asset is dat het een monumentale aanwijzing heeft, bevindt zich in de levenscyclus26 “kort na renovatie” en dat in deze Asset er een bestuurlijke activiteit (primair proces) plaatsvindt die invloed heeft op de externe context waarin de Asset zich bevindt. De Asset maakt deel uit van het assetportfolio27 van de Assetowner, echter onderscheid zich als Assettype binnen het Assetportfolio. Deze eigenschappen stellen kaders aan de levensduur25 en de continuïteit van het primaire proces. Binnen de context van de levensduur moet de esthetica en de technische conditie minimaal in conditie 3 gehouden worden zoals vastgelegd in de NEN2767 en moeten de continuïteit de kritieke Assetsonderdelen een hoge mate van beschikbaarheid hebben.
Het primaire proces mag niet verstoord raken waardoor risico’s21 van bouw, -en installatiedelen vastgesteld moeten worden of deze kritiek30 of niet-kritieke Assetonderdelen zijn. Het identificeren, en kwalificeren van risico’s vindt plaats conform de NEN-ISO 73 en wordt uitgevoerd door de opdrachtgever en opdrachtnemer. De preventieve en predicatieve maatregelen van het Assetmanagement31 en de corrigerende maatregelen van het Assetmanagementsysteem39 om de risico’s te beheersen zijn er op gericht om de continuïteit te waarborgen.
Omdat het technische beheer en onderhoud wordt uitbesteed16 in wat getypeerd kan worden als een Maincontract worden de preventieve, predictieve en correctieve (maatregel) processen19 naast het Assetmanagementsysteem geauditeert1 conform de NEN-ISO 19011. Het maincontract op zich wordt gedefinieerd als :
“Technisch Onderhoud & Beheer concepten als Maincontracting is het afsluiten van integrale prestatiecontracten tussen een opdrachtgever en opdrachtnemer als Maincontractor (Hoofdcontractant) voor het Technisch Beheer en het Onderhoud van Assets. De opdrachtgever is verantwoordelijk voor het opstellen van het Assetmanagementplan. De Maincontractor is, binnen de kaders van het Assetmanagementplan, verantwoordelijk voor het technisch beheer en onderhoud, bevoegd dit af te stemmen met de klant/eindgebruiker van de Asset en verantwoordelijk voor alle geleverde prestaties”
De directie23 ziet er op toe dat zijn beleid18, doelstellingen12 en organisatiedoelstellingen14 in het Assetmanagementplan33 zijn vastgelegd. In het Assetmanagementplan wat de vereiste activiteiten, mensen, middelen en tijdskaders zijn om de Assetmanagementdoelstellingen van de organisatie te bereiken. Het kader en uitgangspunt van het Assetmanagementplan is het Strategisch Assetmanagementplan32. Op grond van de gedocumenteerde informatie6 van het Assetmanagementplan en het SAMP wordt het aanbesteden van het Maincontract gerealiseerd. Het Assetmanagement Plan en het SAMP. In het Assetmangementplan is aangegeven dat er een lokale organisatie op werkdagen aanwezig is van de stakeholders22 opdrachtgever en opdrachtnemer. Van de opdrachtgever is er een facilitaire en technisch aanspreekpunt op de Asset aanwezig. De techniek is onderschikt aan de facilitaire activiteiten ten behoeve van het primaire proces. De opdrachtnemer is vertegenwoordigt en maakt deel uit van deze lokale organisatie. Deze lokale organisatie is verantwoordelijk voor het niveau van dienstverlening36 t.a.v van de levensduur en het primaire proces. De opdrachtnemer heeft de verantwoordelijkheid om doeltreffend7 zijn capabiliteit2 en competenties3 in te zetten in te zetten om conformiteit4 te realiseren zoals de is vastgelegd in het SAMP. Door auditering in de vorm van monitoren9 en metingen10 uit te voeren worden doeltreffend symptomen van afwijkingen11 geïdentificeerd om incidenten8 te voorkomen. Door continue verbeteringsprocessen5 worden aan de hand van symptomen van gebreken, preventieve34, predictieve35 en corrigerende37 maatregelen geïnitieerd en organisatieplannen15 opgesteld. Op deze wijze waarborgt de opdrachtnemer aan de hand van het maincontract dat de prestaties17 en prestatie eisen20 van bouw, -en installatiedelen.
Bronnen :
- NEN-ISO 55000 Assetmanagement – Overzicht, principes en terminologie
- NEN-EN 13306 : Maintenance Terminology
- NPR-ISO Guide 73 Risicomanagement -Verklarende Woordenlijst
- NEN-ISO 31000 Risicomanagement- Principes en Richtlijnen
- NEN-ISO/IEC 31010 Riskmanagement – Risk Assessment Techniques
- NEN-ISO 37500 Guidance on Outsourcing
- NEN-EN 13460 Maintenance – Documentation for Maintenance
- NEN-EN 16646 Maintenance – Maintenance within physical Assetmanagement
- Definitie Maincontracting (Klik Hier)
De auteur dankt de NEN voor zijn toestemming om de termen en definities uit de gebruikte normen te mogen publiceren.
Discuss or give your opinionFollow on FacebookFollow on Twitter
Verwante Artikelen
Tags: Assetmanagementplan, Assetmanagment, NEN-ISO 55000, SAMP