See also: “The Line of Sight: Deepening The Subject”
Het onderzoek richt zich op de rol van het Technisch Beheer & Onderhoud binnen het Assetmanagement waarbij de NEN-ISO 55000 een belangrijke rol speelt. Reden hiervoor is dat de NEN-ISO 55000 het Technisch Beheer & Onderhoud beschouwd als één van de vier pijlers waarop het Assetmanagement is gebaseerd. Ondanks dat de norm een Asset zodanig definieert dat dit alles kan zijn geeft dit geen inzicht in structuren waarin deze Assets zijn opgebouwd. Het onderzoek tracht hier inzicht in te geven door vanaf de erfscheiding de drie soorten elementstructuren (GWW, B&U en Industrieel Proces) toe te voegen aan het paradigma die de norm hanteert en de koppeling van het beleid aan het het kleinste Asset onderdeel middels “The Line Of Sight”aan de hand van een analogie met de “Research Ui”. Onderstaande omschrijft (verkort) dit inzicht zodat de mate van invloed van falen door het kleinste Assetonderdeel definieerbaar en/of kwantificeerbaar wordt en maakt deel uit van een aantal gerelateerde onderwerpen. Van de ‘Line Of Sight ‘zijn afgeleid het SAMP/AMP, de definitie van het concept Maincontracting en gerelateerde onderwerpen van het onderzoek.
- Concept Versie : 17 Juni 2014
- Bijgewerkt 3 december 2015
- Bijgewerkt 8 februari 2017
- Bijgewerkt 23 September 2017
Pagina Inhoud
*Research ‘onion‘. Bron: Saunders, Lewis & Thornhill (2008)
**Component kleinste deeltje van een asset conform de NEN 2767 2013 versie.
Wanneer Assetmanagement
Zodra een organisatie verantwoordelijkheid draagt voor de Assets binnen een Assetportfolio is de organisatie bezig met Assetmanagement met als doel waardecreatie. Waardecreatie kent vele vormen en kan van alles zijn; financieel, materieel, een dienst etc etc. Het kan zijn dat het realiseren van up-time van bijvoorbeeld een datacentre voor de organisatie het meest belangrijke is, of het produceren de meeste liters bier door, of juist de meeste liters bier tegen de laagst mogelijke kosten of toch de uptime realiseren en tegen de minste energie verbruik. Maar ook een aangenaam verblijfsgenot, een veilige werkomgeving, het instand houden van ruïnes of circulair realiseren van Assets is waarde creatie. Het gaat er dus om dat Assets hun waarde creëren voor de organisatie en hun stakeholders. Het maakt hierbij niets uit wat dan een Asset is. Omdat een Asset een waarde vertegenwoordigt kan het van alles zijn. Een Asset is een zaak, een ding of een entiteit die een potentiële waarde heeft of een daadwerkelijk waarde. Abstracte vormen als kennis, mensen, vaardigheden, competenties….maar ook gebouwen, de installaties in deze gebouwen zijn dus ook waarde.
Bron Youtube
Bron Youtube
Bron Youtube
Technical Condition related to Lifecycle’s of Assets
1. Paradigma, Conceptueel model en theoretisch kader
Het definiëren en formuleren van zienswijze en het visueel weergeven van het Assetmanagement landschap wordt door diverse instituten vorm en inhoud gegeven. Meeste bekende zijn het Institute Of Assetmanagement (IAM) en het Global Forum On Maintenance & Assetmanagement (GFMAM) welke nauw samenwerkt met het European Federation of National Maintenance Societies (EFMNS). Het Institute of Assetmanagement (IAM) bijvoorbeeld definieert het Assetmanagement landschap in een conceptueel model met als doel het gehele Assetmanagement kader te beschrijven. Het landschap is onderverdeeld in 6 onderwerpen die uitgevoerd worden middels 39 processen. De eerste editie van dit landschap werd gepubliceerd in Asset Management – An Anatomy november 2011, de tweede editie is gepubliceerd in maart 2014 en de derde editie is gepubliceerd in december 2015 (Institute of Assetmanagement, 2015).
Het onderzoek stelt de NEN-ISO 55000 als theoretisch kader en demarqueert aan de hand hiervan de verantwoordelijkheid in het geval dat het Technisch Beheer & Onderhoud aan de hand van een systeemgrens. Deze systeemgrens demarqueert onder andere daar waar het eigendom begint of daar waar de verantwoordelijk aanvangt. Veelal is dat de erfgrens. Een abstract voorbeeld hiervan is weergegeven in figuur 1. Vanaf de systeemgrens beschouwd “zien” we twee fenomenen, nl : Het Assetmanagement en zijn tweede van vier pijlers “Afstemming” waarin het Technische Beheer & Onderhoud in is onder gebracht. In de figuur is dit voorgesteld door Afstemming binnen het Assetmanagement te plaatsen zodat Afstemming volledig deel uit maakt van het Assetmanagement. Als Afstemming volledig deel uitmaakt van het Assetmanagement beweegt het mee met de omstandigheden, past zich aan de omgeving aan en waarborgt de functie van het kleinste onderdeel van de Asset.
Deze beschouwing zou betekenen dat er een koppeling is tussen het kader wat gesteld wordt aan het Assetmanagement en het kleinste onderdeel. Deze koppeling wordt voorgesteld in de figuur door een pijl en de twee gele punten die respectievelijk het kader van het Assetmanagement en het kleinste onderdeel representeren. Deze koppeling wordt “The line of Sight” genoemd of in het kader van het onderzoek “Het koppelen van Beleid aan Onderhoudsactiviteit”. Het snijvlak zoals deze is weergegeven in figuur 1 is tevens ook de feitelijke scheiding tussen het Assetmanagement en het Technische Beheer en Onderhoud waarbij deze zijn gedefinieerd als :
- Het Assetmanagement : Alle gecoördineerde activiteiten van een organisatie om waarde te realiseren uit Assets.
- Het Technisch Beheer & Onderhoud : Combinatie van alle technische, administratieve en managementacties tijdens de levenscyclus van een item bedoeld om het behoud, of het herstellen in een staat waarin het zijn vereiste functie kan uitvoeren.
Het snijvlak demarqueert dus het kader waar het Technisch Beheer & Onderhoud aan moet voldoen. Het specificeert aan de hand van de variabelen wat bijvoorbeeld de risico’s zijn wanneer een item (component) faalt, welke competenties er vereist zijn van het onderhoudspersoneel, wat het niveau van dienstverlening moet zijn of hoe er om gegaan moet worden met de levensduren van elementen.
1.1 De Evaluerende Variabelen
Daar waar het IAM de negenendertig onderwerpen groepeert in zes “subject-groups” beschouwd het onderzoek ieder onderwerp als een variabele die invloed (kan) hebben op de functie en/of prestatie van het kleinste Assetonderdeel. Zoals weergegeven in figuur 1 bevinden zich op het snijvlak van het Assetmanagement en Technische beheer en Onderhoud de variabelen die invloed hebben op zowel het kader van het Assetmanagement en/of het kleinste onderdeel van de Asset. Deze variabelen worden voorgesteld als de rode bollen op het snijvlak (systeemgrens) tussen Assetmanagement en Technisch Beheer & Onderhoud. Deze rode bollen zijn de Evaluerende Variabelen en zijn op zich staande onderwerpen en hun invloed hebben op het kleinste onderdeel van de Asset óf randvoorwaardekijk zijn voor dat kleinste onderdeel. Dit kunnen variabelen zijn als bijvoorbeeld risico, assetmanagementplan of competentie. Door alle variabelen op het snijvlak te plaatsen kan iedere variabele individueel worden weergegeven maar ook als zodanig worden gedefinieerd en gekwantificeerd in hun mate van invloed op dat kleinste Assetonderdeel.
Tabel 1. geeft een overzicht welke variabelen er zijn en zich op het snijvlak bevinden tussen het Assetmanagement en Technisch beheer & Onderhoud. Het betreft 39 (negenendertig) variabelen die invloed hebben op het kleinste onderdeel van de Asset.
2. Analogie : De Assetmanagement Ui
In Figuur 1 is in een abstracte weergave het Assetmanagement en het Technische Beheer & Onderhoud weergegeven. In figuur 1 worden de onderwerpen Assetmanagement en Technisch beheer en Onderhoud weergegeven. In dit geval wordt het Assetmanagement weergegeven wat het Technische Beheer en Onderhoud omvat en zijn daarmee in deze weergave onlosmakelijk met elkaar verbonden. Aan ieder onderwerp kan weer een onderwerp worden toegevoegd zodat er verschillende “lagen” ontstaan waaruit het kader is opgebouwd.
Dergelijke weergaven hebben een overeenkomst met de “Wetenschaps Ui” van Sounders, Lewis en Thornhill*. Aan de hand van de verschillende lagen van de wetenschaps ui wordt inzicht verkregen in de onderliggende issues die ten grondslag liggen aan deze methodische keuzes. Het onderzoek ziet de wetenschaps ui en de wijze waarop de NEN-ISO 55000 verbanden legt tussen de termen als een analogie en gebruikt deze als uitgangspunt om de verschillende lagen toe te voegen aan de onderwerpen waaruit het Assetmanagement is opgebouwd. Doel hiervan is om het Assetmanagement af te kunnen pellen tot het kleinste Asset onderdeel om zo verschillende lagen te kunnen definiëren en te komen tot een conceptueel model.
* Sounders, Lewis & Thornhill 2003, Methoden en technieken van onderzoek p.86
2.1 De Assetmanagement lagen
De NEN-ISO 55000 duid aan de hand van termen en definities het verband tussen de verschillende onderwerpen. De NEN-ISO 55000 doet dit aan de hand van een kader waarin verschillende “lagen” zijn opgetekend.
Een voorbeeld hiervan is Figuur 3 van de norm waarin vier onderwerpen worden geduid die een onderling verband hebben. Het betreft :
- Het management van de organisatie
- Assetmanagement
- Assetmanagement Systeem
- Assetportfolio.
Deze aanpak heeft een analogie met de wetenschapsui echter voorziet de norm niet in drie belangrijke onderdelen die de verschillende lagen duiden. Dit zijn :
- Visualisering van de koppeling van Beleid aan Onderhoudsactiviteit
- De opbouw van het Assetportfolio
- Het kleinste onderdeel van een Assetportfolio
3. De koppeling “Beleid aan onderhoudsactiviteit”
De koppeling “Beleid aan Onderhoudsactiviteit”, ook wel de Line of Sight genoemd, is een belangrijk onderdeel binnen het Assetmanagement. De koppeling representeert dat het kleinste deel zijn functionele prestatie levert in het verlengde van het beleid zijn functie en prestatie levert. Bewust wordt hier gesproken over functie en prestatie.
Bedoeld wordt dat het kleinste deel van de Asset zijn functie uit voert wat bijvoorbeeld kan zijn het bewerkstelligen dat water stroomt, koeling plaatsvindt, warmte wordt over gedragen of anderszins. Met prestatie wordt bedoeld dat het onderdeel naast zijn functie dit ook binnen een bepaalde kwaliteitsnorm laat plaatsvinden bijvoorbeeld met een uptime van 360 dagen per jaar of een kwaliteitsrange van 5% al naar gelang het geleverde product.
Beoogd wordt dat een organisatie succesvol wordt en blijft in de gestelde doelstellingen. Denk hierbij aan het maken van winst, het produceren van producten van een bepaalde kwaliteit of het bewerkstelligen van een bepaald niveau esthetica.
3.1 Het koppelen van variabelen aan het kleinste onderdeel
Het behalen van doelstellingen of succesvol zijn in het behalen van organisatiedoelstellingen of het realiseren van beleid. Dit kan alleen plaatsvinden als onderdelen (elementen en componenten) hun functie en hun prestatie leveren zoals beoogd. Dat betekend dat de variabelen die daar invloed op hebben in het teken moeten staan of de voorwaarde creëren om die beoogde doelen te behalen. Onderstaande figuur representeert deze situatie en geeft in drie stappen weer hoe het kleinste onderdeel wordt gekoppeld aan het beleid.
Figuur 4 : Klik voor vergroting
3.2 Verdieping van het Assetportfolio, Asset en Assetype
In voorgaande paragraaf is toegelicht hoe het beleid wordt gekoppeld aan het kleinste onderdeel van de Asset. In deze abstracte weergave worden maar twee onderwerpen weergegeven waarin zich dat afspeelt, nl het Assetmanagement wat het kader definieert waaraan het Maintenance Management moet voldoen en het Maintenance Management wat er voor moet zorgen dat het onderdeel van de Asset zijn functie en prestatie levert.
Deze abstracte weergave kan verder ingedeeld worden in lagen. Iedere laag omvat een omgeving waarin het kleinste onderdeel zich bevindt en waar het beleid via de variabelen het kader stelt en/of zijn invloed op uitoefent. In onderstaande weergave (Figuur 5) zijn het Assetmanagement en het Maintenance Management weergegeven op een aantal niveaus met daarin de koppeling van het beleid naar het kleinste onderdeel en de variabelen.
Figuur 5 : Klik voor vergroting
Figuur 1 : Figuur 5.1 geeft een aantal lagen waaruit het Assetmanagement is opgebouwd met daarin aangegeven twee gele bullits, nl: het beleid als kader en uitgangspunt voor alle doelstellingen en het kleinste onderdeel van de Asset. De figuur geeft in acht lagen aan hoe de de organisatie rond het portfolio is opgebouwd en de wijze waarop het portfolio is opgebouwd.
Figuur 2 : Figuur 5.2 geeft net als in figuur 3.1 weer het verband tussen de het beleid en kleinste onderdeel echter nu met koppeling en de variabelen die op het snijvlak liggen tussen de organisatie en het portfolio wat onderhouden moet worden.
Figuur 3 : In figuur 5.3 zijn alle variabelen gekoppeld van beleid tot het kleinste onderdeel. In deze weergave kan worden herleid dat verschillende variabelen invloed hebben op het kleinste onderdeel langs de verschillende lagen van het Assetmanagement van Assets.
4. Invloed en rol kleinste onderdeel op beleid
In figuren 4. en 5 wordt weergegeven hoe het beleid is gekoppeld aan het kleinste onderdeel. Figuur 6 wordt voor het onderzoek als paradigma gebruikt en tijdens de kennisoverdracht de “Assetmanagement Ui” genoemd door de analogie met de Research ui.
Beoogd wordt met dit paradigma een mogelijke voorstelling te maken van het Assetmanagement en het portfolio wat daardoor wordt omvat. Het doel is de relatie tussen beleid en kleinste onderdeel te duiden die in de weergave als één richting wordt beschouwd maar feitelijk twee richtingen zijn, nl :
- Kaderstellend aan het Maintenance Management (Boven naar Beneden)
- Invloed op het beleid (Benden naar Boven)
4.1 Kaderstellend
Met kader stellend wordt bedoeld dat het beleid het kader omvat waaraan het Maintenance Management aan moet voldoen. Het kader is veelal gedocumenteerd en ligt vast in organisatie structuren, processen en wordt in de NEN-ISO 55000 expliciet benoemd in de drieluik :
- Assetmanagement
- Strategisch Assetmanagement Plan
- Assetmanagementplan
In overeenstemming met de definitie van het Assetmanagement die conform de NEN-ISO 55000 is gedefinieerd als :
Assetmanagement** :
Gecoördineerde activiteiten van een organisatie om waarde te realiseren uit Assets
- OPMERKING 1 bij de term : Het realiseren van waarde zal normaal gesproken het bewerkstelligen van een evenwicht tussen kosten, risico’s , kansen en prestatievoordelen met zich meebrengen.
- OPMERKING 2 bij de term : ‘Activiteiten’ kan ook verwijzen naar de toepassing van de elementen van het assetmanagementsysteem.
- OPMERKING 3 bij de term : De term ‘activiteit’ heeft een brede betekenis en kan bijvoorbeeld de aanpak, de planning, de plannen en de implementatie ervan omvatten.
is het Assetmanagement er op gericht om dat deel van de organisatie dusdanig te laten functioneren dat het kader om waarde te creëren ook daadwerkelijk wordt gesteld. Dit betekent het definiëren en formuleren van het kader zodat vastligt welke prestaties er geleverd moeten worden door de functies van de asset.
In overeenstemming met de definitie van het SAMP die conform de NEN-ISO 55000 is gedefinieerd als :
Strategisch AssetManagement Plan (SAMP)**
Gedocumenteerde informatie die aangeeft hoe organisatiedoelstellingen moeten worden omgezet in assetmanagementdoelstellingen, de benadering voor het ontwikkelen van assetmanagement -plannen (3.3.3), en de rol van het assetmanagementsysteem (bij het helpen bereiken van de assetmanagementdoelstellingen)
- OPMERKING 1 bij de term : Een strategisch assetmanagementplan wordt afgeleid van het organisatieplan .
- OPMERKING 2 bij de term : Een strategisch assetmanagementplan kan zijn vervat in, of kan een ondergeschikt plan zijn van, het organisatieplan.
is het SAMP een document voor het gehele portfolio. In het SAMP worden de doelstellingen concreet omschreven van de organisatie om strategieën op te kunnen stellen zodat activiteiten kunnen worden geoperationaliseerd
In overeenstemming met de definitie van het Assetmanagementplan die conform de NEN-ISO 55000 is gedefinieerd als :
Assetmanagementplan
Gedocumenteerde informatie die de activiteiten, mensen en middelen en tijdskaders beschrijft die vereist zijn voor een individuele asset of een assetgroep om de assetmanagementdoelstellingen
van de organisatie te bereiken
- OPMERKING 1 bij de term : De assets kunnen worden ingedeeld in groepen volgens assettype, assetklasse, assetsysteem of assetportfolio.
- OPMERKING 2 bij de term : Een assetmanagementplan wordt afgeleid van het strategische assetmanagementplan.
- OPMERKING 3 bij de term : Een assetmanagementplan kan zijn vervat in, of kan een ondergeschikt plan zijn van, het strategische assetmanagementplan.
is het Assetmanagementplan een verlengstuk, of verdieping, van het SAMP en wordt er specifiek wordt in het assetmanagentplan omschreven wat er van de individuele Asset wordt verwacht.
** Bron : NEN-ISO 55000; De auteur dankt de NEN voor zijn toestemming om de termen en definities uit de gebruikte normen te mogen publiceren.
4.2 Invloed op het beleid
Als het kader is gesteld en het Assetmanagement, het Strategisch Assetmanagement Plan en het Assetmanagementplan zijn geformuleerd liggen de functionele eisen en prestaties vast van het kleinste onderdeel van de Asset.
Het Maintenance Management is er op gericht om gedurende de tijd die het Assetmanagement dit voorschrijft dat het onderdeel van de Asset voldoet aan de gestelde functie specificatie en prestatie. In deze situatie worden doelstellingen volledig behaald door de organisatie. Deze situatie kan voorgesteld worden als een situatie dat storingen niet bestaan en er dus geen downtime is, er geen verstoringen zijn die het winsten reduceren of risico’s vergroten en Assetonderdelen hun volledige levenscyclus volbrengen.
Helaas is dit een theoretische weergave en niet de realiteit. De realiteit is dat Assetonderdelen uitvallen en daardoor de doelstellingen beïnvloeden. Het niet functioneren of presteren conform het beleid houdt in dat het beleid wordt ondermijnd met risico’s in welke vorm dan ook als gevolg.
Er zijn verschillende vormen van invloed op het beleid echter de meest bekende is de downtime als onderdeel van de Mean Time Between Failures (MTBF) wanneer deze buiten vooraf gedefinieerde waarden komt. Met MTBF wordt bedoeld de tijd dat de Asset beschikbaar is om waarde te creëren en niet gehinderd wordt door falen. Een eenvoudige weergave van MTBF is in onderstaande figuur weergegeven waarbij de Asset waarde levert op het moment dat deze “Up” is en geen waarde levert als deze “Down” is.
Bronnen :
- NEN-ISO 55000 Assetmanagement – Overzicht, principes en terminologie
- NEN-EN 13306 : Maintenance Terminology
- NPR-ISO Guide 73 Risicomanagement -Verklarende Woordenlijst
- NEN-ISO 31000 Risicomanagement- Principes en Richtlijnen
- NEN-ISO/IEC 31010 Riskmanagement – Risk Assessment Techniques
- NEN-ISO 37500 Guidance on Outsourcing
- NEN-EN 13460 Maintenance – Documentation for Maintenance
- NEN-EN 16646 Maintenance – Maintenance within physical Assetmanagement
De auteur dankt de NEN voor zijn toestemming om de termen en definities uit de gebruikte normen te mogen publiceren.
Er zijn ook andere voorbeelden te noemen als MTBF geen issue is. Denk hierbij aan monumentale objecten, ruïne ‘s of aangezichten die feitelijk geen productie leveren maar wel een bijdragen leveren aan het creëren van waarde. Deze (secundaire) waarde creatie vindt plaats door de processen die rond dergelijke assettypen plaatsvinden en/of alleen maar bestaansrecht hebben door de aanwezigheid van deze assettypen.
Voor de uitleg van de “Line of Sight” volgens de paradigma’s zoals weergegeven in paragrafen 3.1 en 3.2 wordt dit vanuit falende Assetonderdelen beschouwd waarbij MTBFén aanwezig zijn. Door de directe koppeling van het beleid aan het kleinste onderdeel heeft de MTBF invloed op het beleid en daarmee invloed op respectievelijk het :
- Assetmanagement
- Strategisch Assetmanagement Plan
- Assetmanagementplan
De MTBF beïnvloed het Assetmanagement doordat de gecoördineerde activiteiten van een organisatie om waarde te realiseren blijkbaar niet voldoen of falen tenzij de MTBF was voorzien of ingecalculeerd is. Het gaat hierbij specifiek om de “gecoördineerde” activiteiten rond de Asset van een organisatie waarbij bijvoorbeeld kosten en baten of risico’s en financiën niet in balans zijn.
De MTBF beïnvloed en/of ondermijnd het Strategisch Assetmanagement Plan (SAMP) van de Assetportfolio’s omdat de (gedocumenteerde) informatie waarop de SAMPS zijn gebaseerd niet constant is in het geval dat de MTBF anders is dan voorzien. Hierdoor worden organisatiedoelstellingen niet bereikt en worden Assenmanagementplannen op onjuiste wijze gedefinieerd.
Meest tastbare invloed heeft de MTBF op het Assetmanagementplan. Falen heeft direct gevolg op de individuele Asset of een Assetgroep waardoor de Assetmanagement doelstellingen niet of ten dele worden behaald. Een individuele Asset kan zijn een gebouw of een groep gebouwen die falen in functie of prestatie waardoor de waarde creatie stagneert in welke vorm dan ook.
….HU feliciteert geslaagden Cohort 3 Leergang IKO – Assetmanagement & Maintenance…..
Discuss or give your opinionFollow on FacebookFollow on Twitter
Verwante Artikelen
https://maincontract.nl/integrale-kennisoverdracht/
Tags: Assetmanagment, Competentie, IKO, Prestatiecontract